Deze brief van Louise Fresco (voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen U&R en schrijfster), gepubliceerd in NRC Handelsblad op 7 september jl., zou elke eerstejaarsstudent, de ouders van deze studenten en ook iedere studiekiezer moeten lezen, vandaar dat wij ‘m in onze blog nog even delen.

Beste eerstejaarsstudenten,

Jullie zijn net het nieuwe studiejaar begonnen. Ongetwijfeld is jullie verteld dat het de meest vrije periode van je leven is, waarin je vriendschappen voor het leven sluit, vaak een partner vindt, liefst ook een baan. Jullie hebben ook gehoord, want daar heeft de minister van Onderwijs nog voor gewaarschuwd, dat eerstejaars veel stress ervaren door alle veranderingen. Tja, afgezien van ziekte, gebrek aan woonruimte en eenzaamheid hoort een dosis stress bij de dingen die je moet leren te kanaliseren. Bestrijd stress niet met drank, sport, kruidenthee of geurkaarsen, maar met jezelf relativeren. Een korte handleiding:

  1. Maak je niet te veel zorgen over je studiekeuze. Wat je precies studeert is belangrijk als je er met overtuiging voor gekozen hebt en altijd al arts of architect wilde worden. De meeste studenten zijn minder vastberaden. Dan is wát je studeert minder belangrijk dan hóe je studeert. De samenleving verandert snel en het is nauwelijks te voorspellen welke kennis je in de loop van je leven nodig hebt. Dan zijn eigenschappen als kunnen schrijven, presenteren, logisch denken en met cijfers kunnen omgaan de basis voor een breed palet aan toepassingen. Hoe je studeert heeft veel te maken met je concentreren. Twee uur lang lezen en nadenken zonder op social media te kijken of koffie te zetten is een minimum.
  2. Raak niet gedeprimeerd als je je niet voortdurend kunt concentreren. Dat kan niemand. Lateraal denken, zeg maar uit je ooghoeken kijken of dwarsverbanden leggen brengt je op nieuwe ideeën. Loop een blokje om, begin aan een ander hoofdstuk, maar zak niet weg, blijf alert. Als je het allemaal niet meer weet, gebruik dan de zoom-in-zoom-out-methode: wissel aandacht voor details en de korte termijn af met het grotere perspectief.
  3. Pieker niet nu of je straks iets waard bent op de arbeidsmarkt. Concentreer je op academische vaardigheden, in plaats van een beroep. Literatuurwetenschap, bijvoorbeeld, staat ogenschijnlijk ver van enig praktisch nut. Toch leer je daar tegenstrijdigheden in teksten te analyseren, de motieven van personages te doorgronden en daarvan verslag te doen. Tussen ambtelijk proza en Truitje Bosboom-Toussaint is minder verschil dan je denkt, en met Tacitus kun je menig jaarverslag aan. Als je dat kunt demonstreren, is je sollicitatiegesprek straks een succes.
  4. Exacte studies staan hoog aangeschreven, maar twijfel niet als je niet een enorme nerd bent. De stereotype indeling in alfa, beta en gamma is steeds minder relevant. Als je iemand bent die echt van cijfers en harde causaliteit houdt, go for it. En als je opgewonden wordt van een orchidee op een plek waar orchideeën nooit zijn gezien, heb je je bestemming bereikt. Altijd kunnen bèta’s een vleugje alfa en gamma gebruiken, en omgekeerd. IJskasten worden niet ontworpen in isolement, maar met gebruikers, en ook deeltjesversnellers moeten rekenen op maatschappelijke steun. Omgekeerd zijn basisbegrippen van de natuur-, schei- en wiskunde en biologie onmisbaar voor de rest van de samenleving. Nog steeds halen politici miljarden en biljoenen door elkaar.
  5. Leer jezelf kennen vanuit een ander perspectief. Doe wat niet voor de hand ligt, niet alleen wat je leuk vindt. Praat met medestudenten met een andere achtergrond, over onderwerpen waar jij niets in ziet. Ga op vogelexcursie – juist als je geen merel van een spreeuw kunt onderscheiden, neem kookles als je geen ei kunt bakken. Zie het als een investering in je capaciteit om jezelf te kennen en te blijven leren. Daar heb je lang na je studie nog plezier van.

CONTACT

Meer weten? Mail, bel of whatsapp ons en kom vrijblijvend kennismaken