Over de gevolgen van de coronacrisis voor het dagelijks leven is al veel geschreven. Maar hoe is het nu voor mijn eigen studiekiezers vroeg ik me af. Online-onderwijs, je vrienden niet meer zien, geen sportschool, geen festivals, vakantieplannen die in het water vallen. Hoe ga je daarmee om? Dus deed ik een mini-onderzoek onder een aantal studenten naar wat ze het meest missen in deze tijd, welke positieve aspecten ze ervaren en wat ze anders gaan doen als de quarantaine achter de rug is.
Over het algemeen wordt deze tijd gezien als een rare periode met veel onzekerheid. Vooral de onzekerheid over hoe lang het nog gaat duren is frustrerend. Maar dat al het onderwijs online is vindt niet iedereen een probleem: “Bij mij op de universiteit werden er nooit colleges opgenomen en ik heb veel contacturen. Als je er een dag niet was, miste je dus al snel heel veel. Nu kan ik in mijn eigen tempo aantekeningen maken met het opgenomen college ernaast”. Studeren in een studentenhuis is wel moeilijker geworden: “Op de UB lukte dat een stuk makkelijker dan op mijn zolderkamer hier”.
In die studentenhuizen is het meestal vrij goed uit te houden en ook juist wel gezellig om samen in quarantaine te zijn. Er zijn vaak strikte afspraken over hoeveel mensen iedereen mag zien om de kans op besmetting zo klein mogelijk te houden. Andere studenten zijn tijdelijk weer ingetrokken bij hun ouders om daar “de tijd uit te zitten”.
Wat het meest wordt gemist is de vrijheid “om leuke dingen te doen met een groep vrienden zoals festivals, dagjes strand of gewoon lekker naar een parkje met z’n allen“. “Ik mis de onbezonnenheid, het onbezorgde sociale contact, een avond dansen in een club.” Wat dat betreft is deze tijd dus heel saai. Ook dat vakanties of verjaardagsfeestjes, waar vaak al maanden naar wordt uitgekeken, nu waarschijnlijk niet doorgaan maakt het leven kleurloos.
De meesten zien ook positieve kanten aan deze lockdown: “Je wordt hechter met je huisgenoten”, “Ik vind het mooi om te zien dat mensen weer teruggaan naar de kern, plezier halen uit lokaal en klein, back-to-basic, wandelen, yoga, 1-op-1 vriendschappen versterken”, “Ik besteed meer tijd aan koken, puzzelen en tekenen wat ik eigenlijk heel leuk vind maar nooit de rust voor kon vinden”, “Daarnaast is het natuurlijk ook mooi dat het een positieve invloed heeft op het milieu”. Sommigen komen nu ook meer toe aan studeren omdat bijbaantjes en verenigingsleven zijn weggevallen en gaan onverwacht meer studiepunten halen. Fear of missing out (FOMO) is voor een groot deel weggevallen: je mag niks dus je mist ook niks. Dat geeft ook rust.
Toch zou het mooi zijn als de lockdown voor deze leeftijdscategorie zou worden versoepeld. De statistieken van het RIVM laten zien dat zij een kleine kans hebben om bij een COVID-19 besmetting de zorg- en IC-capaciteit te belasten. Als die versoepeling er (hopelijk snel) komt en de studenten het min-of-meer ‘normale’ 1,5 meter leven kunnen oppakken, wat zal er dan anders moeten worden dan vóór de coronacrisis?
De 1,5 meter afstand mag nog even blijven van een enkeling. Verder is fysiek onderwijs wel weer nodig maar digitaal onderwijs vinden sommigen wel een efficiënte aanvulling.
Een druk druk druk sociaal leven denkt een aantal niet meer te willen. Het hechtere contact met kleinere groepjes vrienden vinden zij belangrijker dan af te spreken met grotere aantallen nieuwe bekenden. Misschien zijn ze door deze lockdown kritischer geworden in hun keuzes op sociaal gebied.