door Karin Kohnstamm

De afgelopen decennia zijn vooral meisjes meer gaan presteren in het onderwijs dan jongens. In het algemeen is de instroom van meisjes in het hoger onderwijs toegenomen. In 1980 waren 48.000 vrouwen op de universiteit tegen 100.000 mannen en nu is 55 % vrouw. Tegelijkertijd halen zij betere resultaten dan jongens.

Onderzoek wijst uit dat het puberbrein pas met 24 jaar volgroeid is en dat dit proces zich bij de jongens vaak anders (langzamer) voltrekt dan bij meisjes.

Op de basisschool gaat de ontwikkeling nog gelijk op maar gedurende de middelbare school begint die uit elkaar te lopen. De voorsprong zit ‘m in het feit dat meisjes zich beter kunnen concentreren, gestructureerder werken en meer discipline kennen.

Jongens zijn beweeglijker en onrustiger maar ondernemen ook meer, nemen meer initiatief en risico. De omgeving speelt een belangrijke rol in de rijping van het brein. Neuropsycholoog Jelle Jolles leert ons dat gedrag vooral bepaald wordt door omgeving en cultuur. Meisjes worden van oudsher gestimuleerd om te zorgen en te communiceren, jongens om te bewegen (zij ontwikkelen daardoor een beter ontwikkeld oriëntatievermogen) en te ondernemen.

Bij meisjes heeft de afgelopen jaren een inhaalslag plaatsgevonden. Overheidscampagnes als ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’ en ‘Kies exact’ hebben ertoe bijgedragen dat meisjes ook beter zijn gaan presteren in de klassieke technische en wiskunde vakken waar jongens vroeger beter in waren.

Helaas zijn jongens niet of nauwelijks gestimuleerd om zich taliger te ontwikkelen, terwijl het onderwijs zich wel steeds meer in die richting ontwikkelt, ook bij de wis- en natuurkunde. Jongens vinden hier vaak te weinig aansluiting en worden dan als druk en lastig ervaren.

“Als we niet ingrijpen zit de samenleving straks opgezadeld met een grote groep jonge mannen die op een niveau lager presteren dan wat ze hadden kunnen bereiken, met alle frustraties van dien” aldus Jolles in het Parool (8/12/2014).

Er is juist meer behoefte aan nieuwsgierige, out of the box denkende studenten. Jongens doen dat makkelijker dan meisjes die in het algemeen te perfectionistisch zijn en minder fouten durven te maken. Natuurlijk bevestigen uitzonderingen de regel.

Een complex probleem dat vollgens Jolles al van jongs af aan aangepakt dient te worden stimuleer meisjes in onderzoeken en ondernemen en laat jongens empathisch vermogen ontwikkelen en openstaan voor hun omgeving.

En als hogescholen en universiteiten niet alleen oordelen op ijverig behaalde tentamencijfers maar ook op lef en onderzoekerszin, dan wordt de BSA-norm misschien een beter afgewogen meetlat voor zowel jongens als meisjes.

CONTACT

Meer weten? Mail, bel of whatsapp ons en kom vrijblijvend kennismaken