In de begeleiding van onze studiekiezers merk ik regelmatig dat de Associate degree nog steeds niet heel bekend is bij jongeren en hun ouders.

De Associate degree (Ad) is een tweejarige studie in het hoger beroepsonderwijs (Hbo) en zit qua niveau tussen een Mbo-4 en een Hbo-bachelor in. De Associate degree leidt op tot een wettelijk erkend diploma waarmee je ofwel kunt doorstromen naar de vervolgfase van de Hbo-bachelor, ofwel kunt gaan werken. Sinds 2017 zijn de opleidingen losgekoppeld van hun Hbo-variant en zelfstandige opleidingen geworden. Je kunt met de Associate degree starten als:

• Je een mbo-4 diploma hebt en graag wil doorleren, maar een vierjarige hbo-bacheloropleiding te lang vindt.
• Je een havodiploma hebt en liever met de praktijk bezig bent dan met de theorie. Of als je (nog) geen vierjarige hbo-bacheloropleiding wilt volgen.

De opleidingen zijn ontwikkeld in overleg met het bedrijfsleven en op de arbeidsmarkt groeit de vraag naar dit diploma. De opleidingen zijn bijzonder geschikt voor mensen die praktisch zijn ingesteld. Voor werkenden zijn er deeltijdvarianten.

Voor een duidelijker beeld als voorbeeld een tweetal Associate degree opleidingen:

• Associate Degree Ondernemen: een opleiding die je helpt bij het starten of uitbouwen van een eigen bedrijf met de focus op: marketing, finance, ondernemen, persoonlijke ontwikkeling en communicatieve vaardigheden. Elke periode staat in het teken van een project en wordt er in teamverband een ondernemersvraagstuk aangepakt. In het tweede studiejaar is er de kans om een start up op te zetten. Na afronding is er de mogelijkheid tot doorstroom naar het 3^ejaar van de bachelor Ondernemerschap & Retail Management.

• Associate Degree Health & Social Work: een voorbeeld van een opleiding die is ontwikkeld in samenwerking met organisaties binnen het sociale en gezondheidskundige domein en die opleidt voor een nieuw beroep: gezondheidsbevorderaar of preventief gezondheidswerker. In deze rol wordt aan mensen inzicht gegeven hoe zij het beste zo lang mogelijk zelfstandig kunnen leven. Tijdens de opleiding is aandacht voor zowel laagcomplexe verpleegtechnische handelingen als voor het voeren van gesprekken. Je gaat bijvoorbeeld aan de slag in een organisatie of als zelfstandig werkend professional in het domein van preventie en gezondheid.

Op de websites van de diverse Hogescholen worden de mogelijke varianten genoemd; jaarlijks komen er nog nieuwe aandachtsgebieden bij.