Deze vraag werd ons als StudiekeuzeOpMaat gesteld door een redacteur van de Gids, de Volkskrant.  En hoe benaderen jullie dat als studiekeuzecoaches van StudiekeuzeOpMaat?

Hij was bezig met het schrijven van een stuk over dit onderwerp  nav onderzoek van de Erasmus Universiteit, waaruit blijkt dat het sociale leenstelsel van invloed is op de studies die scholieren kiezen.  Met name bij de havo-gediplomeerden, niet zozeer voor aankomende studenten van het vwo.

In  het gesprek wat ik met hem voerde kwamen een aantal zaken aan de orde.

In ons studiekeuzetraject besteden wij uiteraard aandacht aan het toekomstperspectief, naast interesses, capaciteiten, verwachtingen en drijfveren. Over het algemeen  horen wij dat de meeste jongeren het  graag goed wil hebben later, geen geldzorgen, jezelf en je gezin kunnen onderhouden, en leuke dingen kunnen doen, maar heel rijk worden, horen we niet zo vaak.  De trend lijkt eerder dat jongeren iets willen bijdragen,  iets met maatschappelijke relevantie willen doen.

Wij benadrukken altijd dat het kiezen van een studie een kwestie is van kiezen met hart en met hoofd.  Uit onderzoek blijkt overduidelijk dat een studie kiezen alléén op grond van de kans op een goede baan plus vet salaris, niet goed werkt. De kans op uitval bij de studie is dan groot.

Kies je dus ook uit inhoudelijke interesse, dan is de kans op studiesucces veel groter. Waarbij je uiteraard niet de realiteit uit het oog moet verliezen.

Motivatie speelt een grote rol, evenals reële verwachtingen. Bij een studie in de culturele en/of sociale sector of een talenstudie  zal je bv meer moeite hebben om een baan te vinden, misschien moeten verhuizen of een lager salaris moeten accepteren.

Bovendien blijkt uit onderzoek dat ruim 60% van alle werknemers een studie heeft gedaan die niet direct aansloot op het werk dat ze nu doen. Als je om je heen vraagt naar wat mensen hebben gestudeerd en hun huidige baan, zie je dat al snel bevestigd!

Blijkbaar zijn mensen dus goed in staat om op een bepaald punt in hun loopbaan een switch te maken naar een baan met een beter toekomstperspectief en zich hierin verder te ontwikkelen.

Dat past bij een steeds sneller veranderende maatschappij, zie de vorige economische crisis, digitalisering en nu ook de Coronacrisis waarbij banen verdwijnen en ook nieuwe banen ontstaan.  Dat vraagt om flexibele mensen die voortdurend nieuwe kennis en vaardigheden kunnen verwerven om deze veranderingen bij te benen, de zogenaamde 21ecentury skills, ook wel 21eeeuwse vaardigheden genoemd.

De nieuwe werknemer is een kenniswerker die zichzelf blijft ontwikkelen.

Dat zou pleiten voor het kiezen van een studie op basis van inhoud dus interesse (hart), die niet direct fantastische baankansen met goed salaris hoeft te garanderen, maar waarin jongeren wel plezier in leren krijgen en dan ook hun studie afmaken. Zo kunnen ook zij, via het concept van “een leven lang leren”, een prima positie op de arbeidsmarkt krijgen.

Het was een leuk gesprek! Inmiddels is het artikel op 10 november jl. uitgebracht. Benieuwd naar het betreffende artikel de Gids, van de Volkskrant, volg deze link.

 

 

 

 

 

 

 

CONTACT

Meer weten? Mail, bel of whatsapp ons en kom vrijblijvend kennismaken